Magazines | Rivierenland Business nummer 2 2012

Vlnr: Robert Wijnhoven, Edward Konijnenberg, Nicoline Wiersma, Marjolein Wassens, Ronald Sanders, Willem van Ark 

In het groen

Helicon Bedrijfsopleidingen verzorgt door het hele land vakgericht onderwijs. Om actueel onderwijs aan te kunnen bieden werkt het instituut nauw samen met het bedrijfsleven. In samenwerking met Rivierenland Business schoven bedrijven en docenten van de opleiding Tuin, Park & Landschap in Apeldoorn aan om van gedachte te wisselen over de inhoud van het groene vak en hoe

er nog beter op de actuele werkvloer ingespeeld kan worden.

Zeker in het groenonderwijs worden veel vaardigheden van een leerling verwacht; er moet theoretische kennis zijn, maar ook in de praktijk moeten studenten veel leren door stage te lopen. Hoewel er door Helicon hard wordt gewerkt om bedrijfsleven en onderwijs op elkaar aan te laten sluiten, blijft er een gat bestaan tussen opleiding en de beroepspraktijk.

Willem van Ark: “Er moet een bepaalde basiskennis aanwezig zijn, plant- en boomkennis bijvoorbeeld. Als leerlingen bij ons stage komen lopen, is dat helaas niet altijd het geval. Dat ligt overigens niet aan het onderwijs, maar aan de mentaliteit van de leerling. Wat we wel zien is dat er op scholen gedateerde kennis wordt onderwezen, ze lopen een stapje achter op de onderzoeken en inzichten die bij ons aan de orde van de dag zijn. Opleiding en praktijk moeten steeds bij elkaar gaan zitten en afstemmen of alles nog op dezelfde golflengte zit.”

Een goede manier om als docent beter aan te sluiten op de actuele ontwikkelingen, is door mee te lopen in de beroepspraktijk. Ronald Sanders kreeg vanuit Helicon die mogelijkheid. “Je blijft natuurlijk wel op de hoogte via vakliteratuur en dergelijke, maar de beste manier is om dat te ervaren. Ik heb zelf een docentenstage gelopen en merk dat die ervaring mij meer inzicht heeft gegeven in het vak en dat heeft invloed op de manier waarop je lesgeeft. Toch zal je als onderwijsinstituut altijd een stapje achter blijven lopen omdat de eisen vanuit het ministerie steeds strenger worden en er veel meer moet gebeuren in minder tijd.” Om het mbo meer body te geven, heeft het ministerie besloten om de eisen aan te scherpen. Een voordeel is dat instellingen aan de poort mogen gaan selecteren of het instroomniveau van een leerling voldoende is. Aan de andere kant wordt er meer aandacht besteed aan algemene

vorming en mogen stages maximaal twaalf weken duren. De uitdaging is

om opleidingen zo in te richten dat de aansluiting op de praktijk beter gaat.

“Ik ben het ermee eens dat de basiskennis goed moet zijn”, zegt Edward Konijnenberg. “Als je daarmee de mist in gaat, hebt je er als bedrijfsleven altijd last van. Maar ik vind het ook belangrijk dat die algemene vakken zoals wiskunde, natuurkunde en Nederlands op het programma staan. Misschien dat andere bedrijven dat niet zo spannend vinden, maar ik wil graag dat mijn medewerkers een bepaald inzicht hebben en bijvoorbeeld ook in

fatsoenlijk Nederlands hun dagrapporten in kunnen vullen.”

Spanningsveld

De partijen aan tafel zien duidelijk dat er een spanningsveld is tussen de wensen van het bedrijfsleven, de mogelijkheden die de opleidingen hebben en de regels die de overheid stelt. Een goede samenwerking is essentieel om invulling te geven aan goed onderwijs. Volgens Marjolein Wassens maakt Helicon gebruik van alle mogelijkheden om die

samenwerking te houden en versterken. “Wij werken veel met bedrijven samen, niet alleen als stagebedrijf maar vragen ze ook voor gastlessen en kunnen we gebruik maken van de materialen van bedrijven om de inhoud zo up-to-date mogelijk te houden. Wij vinden dat de kennis en expertise van bedrijven een onmisbare invulling is voor het onderwijs wat wij verzorgen.”

Nicolien Wiersma haakt daar op in: “We spraken al over de docentstage die we bij alle docenten in het land stimuleren. Ze kunnen aangeven wat ze willen leren in hun vakgebeid en draaien dan met een bedrijf mee. De input die docenten opdoen, nemen ze mee naar het dag-

onderwijs. Op deze manier maken we het gat tussen theorie en praktijk kleiner en we hebben er goede ervaringen mee.”

Robert Wijnhoven ziet in de praktijk dat veel leerlingen bij hem in het bedrijf

stageopdrachten en competenties meebrengen die niet relevant zijn of niet aansluiten op het niveau van de opleiding. Vooral de eisen vanuit Den Haag maken het moeilijk om een student de praktijk echt te laten ervaren. “Ik krijg soms mensen binnen op niveau 4 die tekeningen moeten maken, alles door moeten rekenen, een complete planning moeten maken en dan nog leiding moeten geven aan een groepje hoveniers ook. Ik vind dat niet binnen de opleiding passen, dit soort zaken horen meer op het hbo terecht of mbo+. Maar ze moeten het doen om hun diploma te halen en zo kunnen wij de stagiairs niet in het diepe gooien om het echte vak te ervaren.”

Ambitie

De opleiding Tuin, Park & Landschap van Helicon biedt een gevarieerde inhoud maar is niet voor iedereen weggelegd. Juist in het groene vak heeft het

bedrijfsleven behoefte aan mensen met passie en affiniteit. Het opleidingsinstituut en de bedrijven waarmee ze samenwerkt, willen potentiële leerlingen vooraf een realistisch beeld van het vak geven zodat de studenten weten waar ze aan

beginnen.

“In onze sector zijn er ongekende mogelijkheden en er is voor elk wat wils”, zegt Edward Konijnenberg. “Toch staat en valt een opleiding in het groen met persoonlijke ambitie, je moet er wel het type voor zijn. Ik denk dat juist daarom de beeldvorming vooraf al goed moet zijn.”

Beeldvorming en persoonlijke ambitie zijn voor Helicon belangrijk in de selectie vooraf. Ronald Sanders: “We willen ons onderscheiden door in te spelen op de vraag vanuit het bedrijfsleven, maar dat is moeilijk omdat de ontwikkelingen sneller gaan dan dat het mogelijk is om een opleiding uit te schrijven. Ik pleit ervoor om het onderwijs, het bedrijfs-

leven en de overheid samen aan tafel te krijgen zodat je er steeds zo dicht mogelijk bovenop kan zitten. We zijn daar mee bezig in Apeldoorn en zetten ons er hard voor in om dat te motiveren.”

Willen van Ark is het daarmee eens. Hij vindt dat het onderwijs een proces is waar alle partijen invulling aan kunnen geven. Tot slot denkt hij dat vooral het bedrijfsleven meer kan doen om zelf ook actief deel te nemen aan het onderwijs. “Ik vind dat iedereen mee moet denken. Ik juich die docentenstage natuurlijk toe, maar ik denk dat ook het bedrijfs-leven zich in kan zetten om de instellingen te bezoeken en te kijken hoe het daar gaat en mee te draaien. Op deze manier kan je voorlichting geven en een reëel beeld van het vak geven, maar zie je ook waar onderwijsinstellingen tegenaan lopen. Ikzelf vind dat heel leerzaam. Als je die mogelijkheid krijgt, moet je het zeker doen.”

Deelnemers:

1. Robert Wijnhoven Hoveniersbedrijf Luijendijk B.V.

2. Nicoline Wiersma Helicon Opleidingen

3. Edward Konijnenberg Konijnenberg Bos en Groen

4. Willem van Ark  Staatsbosbeheer

5. Ronald Sanders Helicon Opleidingen

6. Marjolein Wassens Helicon Opleidingen

delen: