Medewerkers willen meer autonomie en keuzevrijheid

Thuiswerken mag dan de nodige aanpassingen hebben gevergd aan het begin van de corona-lockdown, maar volgens Cisco's Workforce of the Future-onderzoek willen medewerkers vasthouden aan de positieve zaken als gevolg van de nieuwe manier van werken. Toegenomen autonomie (64%) en de goede ervaringen met verspreid werken in teams (62%) zijn de twee voornaamste voordelen. Daarnaast wil 59% vasthouden aan de snellere besluitvorming.

Voor Workforce of the Future, een onderzoek dat Cisco onlangs heeft laten uitvoeren onder 10.000 respondenten in 12 landen in Europa, waaronder Nederland, het Midden-Oosten en Rusland, is aan kantoorwerkers gevraagd wat zij vanaf 2021 verwachten van hun werkgevers. De resultaten laten zien dat werknemers dit als een keerpunt zien; de culturele normen rond de werkplek staan onder druk.

Hoewel voor de lockdown slechts 3% van de ondervraagden het grootste deel van de tijd thuis werkte, hoopt een overweldigende meerderheid deze toegenomen autonomie te behouden. Dit is niet voor iedereen hetzelfde, 87% wil meer zeggenschap over hoe en wanneer zij van kantoor gebruikmaken en hoe zij hun tijd verdelen tussen werken vanuit huis en werken op kantoor.

De afgelopen zes maanden heeft bijna tweederde (63%) meer waardering gekregen voor de voordelen en uitdagingen van thuiswerken. Er zijn positieve veranderingen in gang gezet, managers hebben er meer vertrouwen in dat hun teams het werk goed doen (40%). Werknemers konden hun werk en privé beter in balans brengen, waarbij 58% meer lichaamsbeweging in hun dagelijkse kon verwerken. Bovendien wil 63% minder reizen en die tijd productiever gebruiken.

Edwin Prinsen, Managing Director Cisco Nederland: “We zien in Nederland dat nog maar een klein percentage van de kantoorwerkers de volledige werktijd op kantoor wil zijn. Het onderzoek geeft duidelijk aan dat zij willen vasthouden aan de voordelen van thuiswerken, ook als de corona-maatregelen achter ons liggen. Tegelijk blijkt dat er nog wel wat verbeterd kan worden. Het overgrote deel van de werknemers vindt dat hun organisatie met voorrang zou moeten investeren in technologie, niet alleen om beter vanuit huis te kunnen werken maar ook om het, gezien corona, op kantoor veiliger te maken.”

Wendy Mars, President Cisco voor Europa, het Midden-Oosten, Afrika en Rusland: "De pandemie en de snelle invoering van digitale technologieën verandert de aard van het werk fundamenteel. We zien nieuwe patronen ontstaan. Mensen willen keuze en flexibiliteit, teams zijn meer verspreid en de bedrijfscultuur is belangrijker dan ooit. Samenwerkingstechnologie die gebruik maakt van AI, omgevingssensoren en geavanceerde analyses zijn allemaal essentieel om werknemers hun werk te laten doen, om teams ongeacht waar ze zich bevinden, verbonden en productief te houden en om meer veiligheid op de werkplek te brengen.”

Samenwerkingstechnologieën en digitale vaardigheden - een solide basis voor veerkracht en groei
Als medewerkers de kans krijgen om een dag lang CEO te zijn, zouden ze boven alles prioriteit geven aan effectieve communicatie en samenwerking.

Om dit voor elkaar te krijgen vindt 73% van de werknemers dat bedrijven hun personeel thuis van dezelfde technologie moeten voorzien als op kantoor. In feite is 61% het ermee eens dat een van de grote pluspunten van de lockdown is dat het bewijs is geleverd dat werknemers niet in dezelfde ruimte hoeven te zijn om effectief samen te werken.

Werknemers zijn van mening dat voor 2021 de budgettaire prioriteiten voor hun bedrijf moeten liggen bij het investeren in de technologieën die nodig zijn voor werken vanuit huis, en bij het inzetten van technologie om het kantoor vanuit gezondheidsperspectief veiliger te maken.

Werknemers van alle leeftijden vragen ook om bijscholing: 69% denkt dat meer opleiding op het gebied van technologie en digitale vaardigheden van fundamenteel belang zal zijn voor het succes van het bedrijf in 2021.

Over het onderzoek Workforce of the Future
Het onderzoek is in opdracht van Cisco door Censuswide uitgevoerd onder 10,095 mensen die sinds het begin van de lockdown 10 of meer opeenvolgende dagen thuis hebben gewerkt, in Nederland, België, Luxemburg, Duitsland, Frankrijk Spanje, Italië, Polen, Rusland, Verenigde Arabische Emiraten, Verenigd Koninkrijk en Zwitserland. De ondervraagden waren werkzaam in bedrijven met 2 tot meer dan 500 werknemers in een aantal sectoren. Het onderzoek vond plaats tussen 11 en 25 augustus 2020.