zorgsector
Geen business
as usual
Ondernemen in de zorg
Tekst HANS HAJÉE
Daan Spanjersberg heeft dertig jaar ervaring als zorgondernemer en is ook bestuurlijk zeer actief. Hij is gewend aan groei maar ziet deze de laatste jaren stagneren. “Enerzijds wordt een toenemend beroep gedaan op ondernemerschap in de zorg, anderzijds is daar door het rigide keurslijf van overheid en zorgverzekeraars juist steeds minder ruimte voor. Een complexe spagaat waarmee een groot deel van de sector worstelt.â€
Daan Spanjersberg startte begin jaren tachtig met een fysiotherapiepraktijk. Tien jaar later kwam daar een tweede vestiging bij, waarna een forse versnelling werd ingezet. Die leidde tot een keten van zestien praktijken verspreid over het land. “Ik koos voor expansie omdat ik kansen zag in de vrije markt die ontstond. Mensen konden zonder doorverwijzing naar een fysiotherapeut en het werd mogelijk om zelf het tarief te bepalen.â€
De strategische keuze bleek juist en Spanjersberg’s bedrijven lieten mooie groeicijfers zien. “Tien procent per jaar was eerder regel dan uitzondering. De laatste jaren kwam de groei echter tot stilstand. We maken pas op de plaats en dat is wel even wennen. In een sector die met naar schatting 10 tot 15% terugloopt, is stabilisatie op zich een prima prestatie. Maar als de organisatie voorgesorteerd is op groei moet je de bedrijfsvoering aanpassen en scherp op de kosten letten.â€
Regierol
Daarin staat Spanjersberg zeker niet alleen. Al doen recente
berichten over recordwinsten in de ouderenzorg wellicht anders vermoeden, veel zorgbedrijven hebben het moeilijk. “Naast door het economische tij wordt dit vooral veroorzaakt door de macht van de zorgverzekeraars. De overheid legt de regierol in toenemende mate neer bij deze verzekeraars. Een steeds groter deel van de zorg valt buiten het basispakket. Verzekeraars kunnen beslissen of en tegen welke condities ze een contract met een zorgverlener aangaan. Ook bepalen zij de eisen ten aanzien van kwaliteit.†Wat Spanjersberg betreft moet de regie deels terug naar de beroepsgroepen. “Die hebben in het verleden steken laten vallen, maar moeten zich hard maken voor een goed kwaliteitssysteem. Dan krijgen we in elk geval weer zeggenschap over onze eigen inspanningen.â€
Ondergrens opzoeken
De overheid trekt zich steeds verder terug uit de zorg. “Om de beoogde bezuinigingen te realiseren, wordt het basispakket telkens opnieuw verder uitgekleed. Daar zit een ondergrens aan en de overheid zoekt die grens op. Specialismen als cardiologie die samenhangen met levensbedreigende aandoeningen zullen altijd in het basispakket blijven. Maar als het gaat om bijvoorbeeld dermatologie, tandheelkunde en fysiotherapie – zaken die veel invloed hebben op de kwaliteit van leven – kalft de basisvoorziening alsmaar verder af. Het is aan de beroepsgroepen om hier tegenin te gaan. En natuurlijk aan de patiënten, want die ondervinden de gevolgen van dit beleid – letterlijk – aan den lijve.â€
Tekenen bij het kruisje
Door de dominante positie van verzekeraars wordt de door velen zo gewenste marktwerking in feite grotendeels uitgeschakeld, stelt Spanjersberg. “Het is voor zorgverleners meestal take it or leave it; tekenen bij het kruisje. De speelruimte voor individuele aanbieders is heel klein geworden. En budgetten zijn zo beperkt dat vrijwel geen ruimte is voor innovatie. In de fysiotherapie maken de loonkosten al 65 tot 70% van het totaal uit. Daar moet de overhead nog vanaf, dus een simpele rekensom leert dat amper iets overblijft. Of kijk naar ziekenhuizen die al blij zijn met een rendement van 3 tot 5%. De marges zijn flinterdun. Er hoeft maar iets te gebeuren en er is sprake van verlies.â€
Witte jas
Zijn er segmenten met een zonniger perspectief? “Die moet je zoeken in niches en markten rondom de zorg, gebieden waar je niet te maken hebt met het rigide keurslijf van overheid en verzekeraars. Denk aan preventieve bodyscans die mensen zelf betalen en waarbij wel sprake is van een vrije keuze. Daar is nog ruimte voor ondernemerschap en innovatie.â€
Deze twee aspecten spelen ook een rol bij de toenemende specialisatie. “Er ontstaan steeds meer specifieke product/marktcombinaties, zoals een heupstraat waarbij alle zorg en dienstverlening rond dit aspect wordt samengevoegd. Verzekeraars stellen hiervoor een totaalbudget beschikbaar. Aanbieders moeten daarom het hele traject van onderzoek, operatie, orthopedie en fysiotherapie optimaal efficiënt organiseren.†Een logische ontwikkeling, maar wel één die veel vraagt van mensen en organisaties. “Het vereist een andere mindset. Veel zorgverleners zijn gewend aan een werkwijze waarbij ze een witte jas aandoen, op een knop drukken en de volgende patiënt binnenkomt. Die tijd is echt voorbij.â€
rivierenland business | nummer 3 | juli 2013
Een stok om te slaan
Daan Spanjersberg stelt dat de regelgeving in de zorg volledig uit de hand is gelopen. “Je moet duizend en één formulieren invullen voor je aan je eigenlijke taak – de behandeling van een patiënt – kunt beginnen. Deze enorme administratieve last betekent ook dat de zorg erg fraudegevoelig is. Er wordt gesjoemeld en dat geeft de overheid een stok om te slaan, met nog meer regels tot gevolg. Zo bevinden we ons in een vicieuze cirkel.â€
rivierenland business | nummer 3 | juli 2013
Nieuwe stappen in burgerparticipatie Rivierenland
Er gaat van alles veranderen in zorg- en welzijnsland binnen Rivierenland. Burgerparticipatie moet worden gestimuleerd. De gemeenten krijgen een grotere verantwoordelijkheid met de transities van de AWBZ-begeleiding en de jeugdzorg. Diverse organisaties en burgers moeten met elkaar in contact komen. Het project ‘Een stap verder’ gaat hier binnen Rivierenland voor zorgen.
De nieuwe Wmo-burger
Met de veranderingen in zorg en welzijn ontstaat er ook voor Wmo-adviesraden een nieuwe context waarin de stem van de ‘nieuwe Wmo-burger’ een plaats moet krijgen. Voor veel Wmo-raden, én gemeenten, gaat het om relatief ‘nieuwe’ doelgroepen.
Diverse partijen actief in zorg en welzijn
De Wmo-raden in Rivierenland geven B&W van gemeenten gevraagd en ongevraagd advies op het gebied van zorg- en welzijnsbeleid. Daarnaast zijn er in veel gemeenten cliënt- en burgergroepen actief: ouderenbonden, dorpsraden, gehandicaptenplatforms etc. Bovendien zijn er naast deze belangengroepen ook burgers die te maken hebben met zorg en welzijn maar niet georganiseerd zijn, zoals Pgb-ers, mantelzorgers, cliënten van zorgboerderijen en multiproblem-gezinnen. En niet te vergeten: de jeugd. Gemeenten, beleidsmakers én Wmo-raden staan voor de uitdaging om met hen in contact te komen.
Project brengt partijen met elkaar in contact
In de praktijk blijkt dat al deze organisaties en burgers elkaar niet of nauwelijks kennen. Zorgbelang Gelderland wil met het project ‘Een stap verder’ al deze verschillende burgers met elkaar in contact brengen. Dit wordt nagestreefd door bijeenkomsten te organiseren. Samen met de Wmo-raden en betrokkenen moet een digitaal netwerk ontstaan. Zo kunnen de verschillende groepen elkaar leren kennen, verbindingen aangaan en gebruikmaken van elkaars expertise.
Status van het project
Eind vorig jaar heeft de programmaraad Zelfredzaam Rivierenland ingestemd met het plan en zijn middelen vanuit het Regiocontract 2012-2015 beschikbaar gesteld. In januari 2013 is er van start gegaan met een ronde langs alle Wmo-raden. De reacties zijn positief. Een werkgroep vanuit de raden, gemeenten en betrokkenen gaat zich de komende tijd storten op de sociale media en is ook volop in voorbereiding.
zorgsector
Noodzakelijk kwaad
De benodigde cultuurverandering lukt niet van vandaag op morgen. “En vereist aanvullende kennisâ€, benadrukt Spanjersberg. “Vroeger was amper aandacht voor het bedrijfsmatige aspect. Zorgverleners wilden vooral mensen beter maken, de rest was bijzaak. Sommigen blijken het ondernemerschap in zich te hebben maar velen zien het als een noodzakelijk kwaad. De laatste jaren wordt in de opleidingen gelukkig wel aandacht besteed aan bedrijfsmatige kennis. Het besef dringt door dat dit een essentieel onderdeel vormt van de benodigde vaardigheden.â€
Concrete vragen uit de sector waren voor Spanjersberg aanleiding om samen met Elko Klijn – Associate Professor strategie en organisatie aan de VU – Feducon te starten. “Met dit bedrijf verzorgen wij een leergang management en organisatie voor studenten van zorgopleidingen. Ook geven we advies op het gebied van strategie, businessplannen en financiering. Verder biedt Feducon via cursussen aanvullende kennis aan over bedrijfseconomische onderwerpen.†Ook op tal van andere gebieden richten adviseurs en leveranciers zich specifiek op de zorgsector. “Of het nu gaat om apparatuur, huisvesting of ICT, toeleveranciers spelen in op de sterke behoefte aan ondersteuning en advies. Door de dynamische omstandigheden in de zorg zal die behoefte in de toekomst alleen maar toenemen.†�
rivierenland business | nummer 3 | juli 2013