Wanneer u als werknemer een auto van de zaak rijdt, moet uw werkgever in beginsel een bedrag bij uw loon optellen. Evenzo moet een zelfstandig ondernemer in principe een bedrag bij zijn winst optellen in geval hij zijn auto als zakelijk heeft aangemerkt. Er zijn verschillende manieren om deze bijtelling te voorkomen. Meest gebruikelijk is het bijhouden van een rittenadministratie waarmee u kunt bewijzen dat u maximaal 500 kilometer privé heeft gereden.
Eind 2013 heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden een uitspraak gedaan over de vraag of een rit als zakelijk of als privé moet worden beschouwd. De zaak lag als volgt.
Een directeur-grootaandeelhouder (dga) heeft zichzelf via zijn B.V. een auto ter beschikking gesteld. De B.V. houdt zich bezig met de bemiddeling bij handelstransacties. De dga is begin 2008 met zijn gezin per auto naar Oostenrijk gereisd. In Oostenrijk heeft de dga een ontmoeting gehad met een zakenpartner en heeft hij zijn (wintersport)vakantie doorgebracht met zijn gezin. Na een week is de dga met zijn gezin teruggereden naar Nederland.
Het gerechtshof geeft aan dat het doel van de rit doorslaggevend is om het karakter daarvan te kunnen bepalen. Als een rit wordt gemaakt met zowel een zakelijk als een privédoel, gaat het erom wat het hoofddoel van de rit was.
Voor de dga geldt volgens het gerechtshof dat niet kan worden vastgesteld wat het hoofddoel van de rit was. Vervolgens komen de rechters met een ingewikkelde formulering. Een dergelijke rit kan slechts worden aangemerkt als zakelijk, indien deze rit door iemand die niet een dienstbetrekking als die van de dga vervult, doch wat inkomen en gezin betreft in dezelfde omstandigheden verkeert, niet zou zijn gemaakt. Met andere woorden: gaat een ander, die qua privéomstandigheden vergelijkbaar is met de dga, ook op vakantie naar Oostenrijk als hij daarbij geen zakelijk belang heeft? Zo ja, dan gaat het om een privérit.
Eerder heeft de dga tijdens de zitting opgemerkt dat veel mensen voor een wintersportvakantie naar Oostenrijk rijden. Deze opmerking wordt nu door het gerechtshof tegen hem gebruikt. De reis naar Oostenrijk zou ook zijn gemaakt zonder zakelijk belang. De rit moet aangemerkt worden als privérit. De dga verliest de zaak bij het gerechtshof en is ook door de Hoge Raad in het ongelijk gesteld.
De wintersport in Oostenrijk leidt ertoe dat de dga een bedrag van € 13.585 aan loonbelasting moet betalen. Het verbaast mij niets als hij tegenwoordig met zijn gezin het vliegtuig pakt.
Jan van Neerbos
G&O Verstegen accountants en adviseurs
Edisonweg 21d | Postbus 787
4200 AT Gorinchem
0183 – 617839
www.geno.nl
rivierenland business | nummer 4 | september 2014
Hoe u uw vakantiekilometers
zakelijk kunt maken
column