Was het niet Charles Darwin die zei dat soorten die zich het best weten aan te passen aan veranderende omstandigheden, een grotere kans hebben te overleven? Laat nou die conclusie uit zijn observaties en biologische onderzoeken ruim tweehonderd jaar later weer eens heel actueel zijn.
Wie de televisie aanzet, kan er niet omheen: corona beheerst de talkshows en nieuwsrubrieken. Er wordt bezorgd gesproken over het toenemend aantal besmettingen en oplopende aantal positieve testuitslagen. Op het diepgewortelde enthousiasme van voetbalfans die hun club toejuichen, wordt kritisch gereageerd. Tegelijk krijgt ook het tegengeluid van #ikdoenietmeermee zendtijd. Op televisie gaat het voornamelijk over de experimenten van burgemeesters om grotere events mogelijk te maken. En sommige burgervaders moeten op hun schreden terugkeren, nadat het - hoe verrassend - achteraf toch lastig was voor de supporters om de 1,5 meter afstand te houden en in alle stilte hun ploeg te aanschouwen en aan te moedigen. Maar ook op kleinere schaal blijkt het voor bepaalde groepen mensen heel lastig te zijn om 1,5 meter afstand te houden. Neem nou de supermarkt, mijn supermarkt. Ik sta bij de groenteafdeling geduldig te wachten tot een bejaarde dame de laatste spruitjes in haar zakje doet en nog wat broccoli uitzoekt. Van de door haar verkozen prei draait ze netjes het donkergroene blad af, alvorens de eetbare overblijfselen van de prei te wegen. Een overigens wel heel vrije interpretatie van deze mevrouw op de slogan van de supermarkt die “op de kleintjes let”. Er ontstaat eindelijk ruimte om door te lopen, wanneer een andere, minstens evenzo bejaarde vrouw met handschoentjes aan haar karretje brutaal in het vrijgekomen gat duwt. Ik sta ervan te kijken, hoe makkelijk de kwetsbare doelgroep zich door deze coronatijd heen een weg baant, zonder inachtneming van de 1,5 meter afstand, die juist hen zou moeten beschermen.
Premier Mark Rutte maakte het in zijn persconferenties van vrijdag 25 en dinsdag 29 september maar weer eens duidelijk: het nemen van maatregelen is niet het doel. Het doel is om het virus geen kans te geven over te springen en daarmee besmettingen te veroorzaken. Hij wijst er nog maar weer eens op dat de maatregelen bedoeld zijn om het gedrag van mensen te sturen. De verantwoordelijkheid voor het niet laten overspringen van het virus legt hij bij de mensen zelf. Maatregelen zijn in veel gevallen slechts een reactie op het door de mensen vertoonde gedrag. Een maatregel heeft pas kracht wanneer de mensen hun gedrag op basis daarvan aanpassen. Een Darwinistisch uitgangspunt dat ook in deze moderne tijd nog altijd hout snijdt. Rutte wil mensen niet verplichten, maar wijst duidelijk op de eigen verantwoordelijkheid. Een liberale denkwijze die ruimte laat voor eigen invulling. Als volwassenen onder elkaar moet dat kunnen. De vraag die de sociobioloog in mij dan stelt is de volgende: zien de mensen die zich niet aan de maatregelen houden de omgeving wellicht als niet veranderd? Of vinden die mensen dat ze zich al voldoende hebben aangepast om te kunnen overleven? De jongere generatie heeft, zo lijkt het, de meeste moeite met de inperkingen. Die zijn in alle vrijheid opgegroeid en kenden tot nu welhaast geen enkele beperking in hun doen en laten. De oudste generaties hebben dé oorlog of op z’n minst de wederopbouw meegemaakt en zouden de huidige veranderingen in hun leefomgeving wel eens als minder ingrijpend kunnen ervaren als destijds. De waarheid zal ongetwijfeld ergens in het midden liggen. Feit is dat het aantal geregistreerde besmettingen stijgt en dat de maatregelen zijn aangescherpt om erger te voorkomen.
Laten we daarom iets bewuster naar ons gedrag kijken en dit in de geest van Darwin blijven aanpassen aan de steeds veranderende omstandigheden. Opdat wij overleven.