Een leek zou het uit de functienaam niet afleiden, maar de gemeentesecretaris bepaalt als directeur de wijze waarop de dagelijkse taken worden uitgevoerd. Miriam Oosterwijk Keulers vervult die rol binnen de gemeente Tiel en kan er haar ei helemaal in kwijt. "Dingen in beweging brengen, mensen motiveren en inspireren, dat past bij mij."
Tekst / Fotografie: Aart van der Haagen
Gemeenten kennen een bijzondere structuur, met het college van burgemeester en wethouders als dagelijks bestuur, de gemeenteraad die de kaders bepaalt en de controle op de uitvoering uitoefent en de gemeentesecretaris die als directeur de verantwoordelijkheid draagt voor de organisatie; over hóe alle taken volbracht worden. Oosterwijk Keulers: "Daarnaast ben ik eerste adviseur van het college, dat niet zonder mijn aanwezigheid kan vergaderen. Tot mijn dagelijkse werkzaamheden behoren het uitvoeren van het collegeprogramma, dus een planning maken, budgetteren en de juiste medewerkers inschakelen om opdrachten te realiseren. Daarnaast teken ik alle besluiten." Ze omschrijft de gemeente als 'een ontzettend leuk bedrijf'. "We hebben ongelooflijk veel verschillende producten en dus ook een heel gevarieerde mix van medewerkers. Daarnaast is wat we doen maatschappelijk relevant. De inwoners zien het bij wijze van spreken de volgende dag op straat terug en trekken er profijt van of hebben er juist last van. Daar zit meteen het spanningsveld: je kunt het nooit iedereen naar de zin maken. In mijn werk speelt een politiek aspect mee, waarmee ik bedoel dat de meest logische of efficiënte oplossing voor een probleem niet altijd gekozen wordt. Daar moet je tegen kunnen. Het is de prijs die we betalen voor democratie."
Vrouwen: sterke minderheid
Van Maarn tot Rotterdam, Oosterwijk Keulers leerde in haar carrière gemeenten van klein tot groot van binnenuit kennen. Tiel, de derde plaats waar ze de post van gemeentesecretaris bekleedt, beschouwt ze als de gulden middenweg, een mooie maat. "Qua menskracht lopen we hier niet tegen beperkingen aan, maar ik ken de mensen om me heen nog wel persoonlijk." Ze zag gedurende haar loopbaan het landelijk percentage vrouwen in deze functie van tien tot circa 25 stijgen, evengoed nog altijd een sterke minderheid. "Ik vind dat jammer, maar kan het wel verklaren. Vrouwen stellen zich vaak wat meer bescheiden op, koesteren wellicht minder ambities en willen gevraagd worden. Ze hebben een zetje nodig. Bij mij ligt dat anders: ik zag al vroeg in mijn carrière bij gemeenten dat mijn huidige functie de leukste post is. Ik vind het fantastisch om met een hoop enthousiasme en daadkracht dingen in beweging te brengen en vol te houden, samen met de mensen om me heen. Het vergt veel tijd, hobby's moeten in het weekend plaatsvinden en je kunt dit alleen doen als het thuisfront meewerkt, maar je krijgt er zoveel voor terug."