De Participatiewet is bedoeld om meer mensen met afstand tot de arbeidsmarkt aan een baan te helpen. Al vanaf de start in 2015 kan de wet op veel scepsis rekenen. Uit de eindevaluatie van het Sociaal Cultureel Planbureau blijkt dat de kritiek terecht is. De baankansen voor de doelgroep van de wet zijn niet toegenomen. Het is de vraag of het brede offensief van staatssecretaris Van Ark de Participatiewet alsnog tot een succes kan maken.
Werk is waardevol. Het levert niet alleen inkomen op maar zorgt ook voor zingeving en sociale contacten. Daarom streeft ons land naar een inclusieve arbeids-markt waar iedereen naar vermogen deelneemt, ook mensen die bijvoorbeeld door een arbeidsbeperking moeilijk een baan kunnen vinden. Per 2015 kent Ne-derland daartoe de Participatiewet: een regeling die de Wet werk en bijstand, de Wet sociale werkvoor-ziening (Wsw) en een groot deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong) vervangt.
125.000 banen
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Participatiewet. Deze decentralisatie ging gepaard met een bezuiniging van 1,7 miljard euro. Met werkgevers werd de afspraak gemaakt om voor 2026 125.000 banen te creeren voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt; 100.000 in de private sector, 25.000 bij de overheid. Een Quotumwet dient als stok achter de deur bij het realiseren van deze doelstellingen.
Mislukking
In november 2019 publiceerde het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) een eindevaluatie van de Participatiewet. Criticasters zien hun gelijk bevestigd. Er wordt zelfs gerept over een totale mislukking van de wet. Baankansen voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt zijn niet toegenomen, constateert het SCP. Mensen die vroeger via de sociale werkplaatsen instroomden en daar vaak veel voldoening uit haal-den zagen hun kans op werk met 16% afnemen. Jonggehandicapten met arbeidsvermogen en een beperkte afstand tot de arbeidsmarkt vonden wel vaker een baan. Hun inkomenspositie verslechterde echter onder de nieuwe wet.
Intensieve begeleiding
Voor mensen in de bijstand neemt de kans op werk door de Participatiewet amper toe. Volgens het SCP heeft het opleggen van sancties en verplichtingen voor deze groep geen merkbare impact. Van de mensen in de bijstand denkt 60% zelf niet in staat te zijn om te werken. Om deze groep te activeren, kunnen gemeenten middelen als loonkostensubsidies en proefplaatsingen inzetten. Waardevolle instrumen-ten, aldus het SCP. Maar er is meer nodig, met name persoonlijke en intensieve begeleiding.
Daar komt bij dat de Participatiewet het aantrekkelijk maakt voor gemeenten om zich te concentreren op kansrijke groepen. Het geld dat bespaard wordt op uitkeringen mogen gemeenten vrij besteden. Het SCP adviseert daarom om de financieringsstructuur aan te passen. Het moet voor gemeenten lonen om zich te richten op mensen met de grootste afstand tot de arbeidsmarkt in plaats van te focussen op laaghangend fruit.
Op schema
De doelstellingen uit de banenafspraak worden door private werkgevers ruimschoots gehaald. De over-heid blijft echter fors achter. Sinds juli van dit jaar telt het ministerie beide groepen samen waardoor de doelstelling als geheel 125.000 banen in 2026 op schema ligt. Kanttekening daarbij is wel dat het vaak gaat om tijdelijke uitzend- of detacheringbanen. De vraag is, in hoeverre deze blijven bestaan als de motor van de economie hapert.
Arbeidsplaatsen met beschut werk vallen buiten de banenafspraak. Het gecreerde aantal van dergelijke banen blijft aanzienlijk achter bij de doelstellingen, aldus het SCP. Wel is sprake van een positieve trend.
Wonder
Doelstelling van de Participatiewet was om toe-leiding tot de arbeidsmarkt via een regeling eenvoudiger en effici?nter te maken. Toch hebben werkgevers nog steeds te maken met meerdere regelingen; de Wet Banenafspraak, Beschut werk en de Wajong. Ook blijken gemeenten in de praktijk regelmatig eigen voorwaarden op te leggen. Verder zijn stimuleringsmaatregelen vaak nog onbekend. Omdat het moeilijk en tijdrovend is een match te maken met geschikte kandidaten haken veel werkgevers af. "Het is eigenlijk een wonder dat we al zo ver op streek zijn